Background image

terug

Vraag 24

Inleiding
In 2006 verscheen op www.kennislink.nl een artikel over een onderzoek naar recidivisten met als titel ‘Ook doorgewinterde criminelen kunnen veranderen.’
De onderzoekers Paul Nieuwbeerta en Arjan Blokland bouwden een dataset op met gegevens over criminele loopbanen in de periode 1977-2003. Daarmee kan de recidive van crimineel gedrag op de lange termijn, de aard van de gepleegde delicten en het effect van bepaalde levensgebeurtenissen op de recidive worden onderzocht. De belangrijkste boodschap die uit de analyses naar voren komt, is dat er ruimte voor verandering in gedrag blijkt te zijn.
bron: Laura Vlasblom - Ook doorgewinterde criminelen kunnen veranderen.
Kennislink.nl, 10 januari 2006


Het eerste gedeelte van het verslag van het onderzoek gaat over de mate van recidive. Voor ruim een derde van de daders geldt dat zij tijdens de adolescentie een piek in crimineel gedrag vertonen, waarna de veroordelingsfrequentie afneemt.
Voor de piek in crimineel gedrag in de adolescentieperiode zijn verschillende verklaringen mogelijk waaronder sociaalpsychologische verklaringen die verband houden met de invloed van de groep op crimineel gedrag.

Geef een sociaal-psychologische verklaring voor de kans dat adolescenten in groepsverband eerder crimineel gedrag vertonen.