Gebruik de figuren in de bijlage “Loon naar studeren”.
Bij bespreking van de figuren valt het Mounir en Thomas op dat door de
veranderde verhoudingen tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt de
verschillen in beloning groter zijn geworden.
Mounir zegt dat het uiteenlopen van de relatieve beloningsniveaus in de
periode 2005-2011 zoals in figuur 3 is te zien, kan worden verklaard uit de
gegevens over werkloosheid over diezelfde periode in figuur 2.
Thomas merkt op dat de beloningen van hoogopgeleiden in deze periode
relatief hard stijgen. Hij denkt dat dit het resultaat is van twee
tegengestelde ontwikkelingen.
Verklaar de relatief snelle stijging van de beloningen van hoogopgeleiden met behulp van de twee tegengestelde ontwikkelingen die Thomas ziet.