De minister en Houtdorp zijn het ook niet eens over de externe effecten
van de STV. De minister zegt: “Positieve externe effecten zijn voor de
overheid reden geweest om een belangrijke financiële bijdrage te leveren
aan de STV. Hieruit ontstaan voor de overheid in de toekomst bovendien
extra inkomsten.” Houtdorp brengt daar tegen in: “Ik zie andere externe
effecten van treinverkeer die vooral leiden tot extra overheidsuitgaven.”
De presentator eindigt deze discussie met de opmerking dat beide heren
gelijk hebben wat betreft de financiële gevolgen van de externe effecten
van de STV en onderbouwt deze mening met een uitleg.
Schrijf een uitleg die de presentator gegeven kan hebben. De uitleg moet
passen binnen de gegeven context.
Gebruik daarbij ongeveer 60 woorden.