terug
Vraag 15
Voor het land Azeria geldt het volgende conjunctuurmodel:
Uitgangssituatie:
(1) C = 0,75(Y − B) + 90 |
|
C = particuliere consumptie |
(2) B = 0,3Y |
|
B = belastingen |
(3) I = 60 |
|
I = particuliere investeringen |
(4) O = 140 |
|
O = overheidsbestedingen |
(5) E = 160 |
|
E = export lopende rekening |
(6) M = 0,425Y |
|
M = import lopende rekening |
(7) EV = C + I + O + E − M |
|
EV = effectieve vraag |
(8) EV = W |
|
W = nationaal product |
(9) Y = W |
|
Y = nationaal inkomen |
|
Alle grootheden luiden in miljarden geldeenheden.
In de uitgangssituatie geldt:
- tekort op de lopende rekening (E - M): 52,5 miljard geldeenheden;
- multiplier van de autonome bestedingen: 10 / 9.
In de uitgangssituatie heeft Azeria géén handelsbelemmeringen ingesteld ten opzichte van het buitenland. De belangrijkste handelspartners zijn echter verenigd in een douane-unie, die protectionistische maatregelen heeft genomen tegen de import vanuit Azeria.
De overheid van Azeria kiest voor de volgende doelstelling: het tekort op de lopende rekening verminderen met 25 miljard geldeenheden.
Twee beleidsalternatieven worden overwogen om dit doel te bereiken.
- alternatief 1
Azeria overweegt lid te worden van deze douane-unie. Hierdoor zal naar verwachting de export stijgen met 27 miljard geldeenheden.
- alternatief 2
Azeria stelt handelsbelemmeringen in. Hierdoor zal naar verwachting de marginale importquote dalen. Verondersteld wordt dat de export onveranderd blijft.
Noem het kenmerkende verschil tussen een douane-unie en een vrijhandelszone.