In de groep personen met de laagste tertiaire jaarinkomens zitten bijvoorbeeld
studenten in het universitair onderwijs. In de groep personen met de hoogste
tertiaire jaarinkomens zitten bijvoorbeeld mensen die op de top van hun carrière
zijn.
Verklaar aan de hand van het voorbeeld van één van beide genoemde groepen,
waarom de levensloopverdeling van het tertiaire inkomen minder scheef is dan
de jaarverdeling van het tertiaire inkomen.