In de discussie wijzen tegenstanders van de liberalisering op negatieve effecten
voor producenten van landbouwproducten in de hoge inkomenslanden. Dit kan
toegelicht worden met behulp van onderstaande grafische weergave van de
markt voor een bepaald landbouwproduct in de hoge inkomenslanden.
Op deze markt geldt een minimumprijs van € 60. Een eventueel
productieoverschot, dat ontstaat wanneer de marktprijs onder de minimumprijs
ligt, wordt met exportsubsidies afgezet op de wereldmarkt. Daar geldt de
wereldmarktprijs van € 40. Invoer van buiten de hoge inkomenslanden wordt
tegengegaan met invoerheffingen.
Arceer in de figuur in de uitwerkbijlage bij deze opgave het totale bedrag aan
exportsubsidies dat nodig is.