In het kader van de afspraken binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
pleiten met name ontwikkelingslanden voor liberalisering van de handel in
landbouwproducten. Belangen van landbouwers uit Europa en Noord-Amerika
vormen vaak een obstakel voor dit streven naar vrijhandel.
In een land wordt voor het landbouwproduct ‘tarso’ een minimumprijs
gehanteerd van € 1,25 per kilogram. De overheid van dit land wil daarmee de
producenten van tarso een zekere inkomensgarantie bieden. Eventuele
overschotten worden opgekocht door de overheid.
Met betrekking tot vraag en aanbod van tarso gelden in dit land de volgende
gegevens.
(1) qa = 275 | qa = de door producenten aangeboden hoeveelheid tarso (× 100.000 kilogram per jaar) |
(2) qv = -200p + 450 | qv = de door consumenten gevraagde hoeveelheid tarso (× 100.000 kilogram per jaar) p = prijs van tarso in euro’s per kilogram |
(3) u = 1.500y - 12.500.000 | u = totale uitgaven aan tarso (€) y = gemiddeld besteedbaar inkomen (€) |