Het ontstane monomeer A wordt vervolgens samen met een monomeer B opgelost. Bij de
polymerisatie die dan optreedt, reageren de monomeren A en B in de molverhouding
1,0 : 1,0. Naast het aramidepolymeer ontstaat uitsluitend waterstofchloride.
Een gedeelte uit het midden van een molecuul van het aramidepolymeer kan als volgt
worden weergegeven:
Geef de structuurformule van monomeer B.