Background image

terug

Vraag 16

In het nu volgende blokschema is globaal weergegeven hoe de genoemde fabriek werkt.
Het blokschema is niet compleet. Voor een goed overzicht zijn sommige soorten deeltjes, met name Na+{aq), Cl-(aq) en H20(l), alleen aan het begin en aan het eind van het blokschema aangegeven. Links van het blokschema is beschreven welke processen in de fabriek plaatsvinden.

blokschema


Ruimte 1: CaC03(s) wordt door verhitting ontleed, waarbij onder andere CO2(g) ontstaat.

Ruimte 2: NH3(g) wordt opgelost in een NaCl oplossing.

Ruimte 3: Opgelost NH3 reageert met CO2(g): NH3(aq) + CO2(g) + H20(l) → NH4+(aq) + HCO3-(aq)

Ruimte 4: Een gedeelte van het HCO3- slaat met Na+ neer als NaHCO3. Het neergeslagen NaHCO3 wordt door filtratie afgescheiden.

Ruimte 5: NaHCO3(s) wordt door verhitting omgezet, waarbij onder andere Na2CO3(s) en water ontstaan.

Ruimte 6: De uit ruimte 4 afkomstige oplossing wordt verhit, waarbij alle nog aanwezige HCO3- wordt omgezet: NH4+(aq) + HC03-(aq) → NH3(aq) + CO2(g) + H2O(l)

Ruimte 7: Men laat de oplossing die uit ruimte 6 komt, reageren met calciumoxide (CaO(s)).

Voor een goede werking van de fabriek moet het aantal mol CaCO3(s) dat per minuut in ruimte 1 wordt geleid en het aantal mol NH3(aq) dat per minuut in ruimte 3 wordt ingeleid, zodanig op elkaar worden afgestemd dat in ruimte 3 alle CO2 reageert met alle NH3.

Leid, onder andere met behulp van het blokschema, af of het aantal mol CaCO3 dat per minuut in ruimte 1 wordt geleid groter is dan, kleiner is dan, of gelijk is aan het aantal mol NH3(aq) dat per minuut in ruimte 3 wordt ingeleid.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Natriumcarbonaat