Background image

terug

Vraag 21

Omdat het gehalte aan hydrazine in ketel water steeds boven een bepaalde minimumwaarde moet liggen, wordt de molariteit regelmatig bepaald. Daarbij kunnen diverse methoden toegepast worden. Bij toepassing van één van die methoden is men als volgt te werk gegaan.
Eerst werd I°mI ketel water aangezuurd waardoor alle N2H4 werd omgezet in N2H5+ .
Daarna werd 0,025 mmol kaliumjodaat (KI03) in oplossing toegevoegd; dit was een overmaat. Er trad een reactie op onder vorming van onder andere jood:


Na volledige omzetting van de N2H5+ werd een overmaat kaliumjodide in oplossing toegevoegd. Het overgebleven jodaat werd daardoor omgezet in jood:


Tenslotte werd de ontstane oplossing getitreerd met een natriumthiosulfaat-oplossing.
Hierbij reageerde zowel het jood dat in reactie I is ontstaan als het jood dat in reactie 2 is ontstaan. Voor de titratie bleek 0,090 mmol S2O32- nodig te zijn.

Bereken de molariteit van het hydrazine in het ketel water.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Hydrazine