Zonnebrandcrèmes die de boven genoemde esters bevatten, hebben als nadeel dat na het zwemmen de bescherming van de huid tegen UV-straling in meer of mindere mate is afgenomen. Eén van de esters I of 2 veroorzaakt dat nadeel in sterkere mate dan de andere ester.
Leg aan de hand van een verschil in de molekuulbouw van de esters uit welke van de esters I of 2 dat nadeel in sterkere mate zal veroorzaken.