Background image

terug

Vraag 26

De evenwichtsvoorwaarde voor bovengenoemd evenwicht luidt:
[HCr04-(aq)]2 / [Cr2O72-(aq)] = K

Om de waarde van K te bepalen is een oplossing gemaakt door 4,0 · 10-4 mol K2Cr2O7 op te lossen in een bufferoplossing en het verkregen mengsel met water aan te vullen tot 1,0 liter. Deze oplossing wordt in deze opgave oplossing A genoemd. De pH van oplossing A was zodanig dat aangenomen mag worden dat uitsluitend Cr2072-(aq) en HCr04- (aq) als Cr bevattende deeltjes voorkwamen. Van deze oplossing werd de extinctie bij 370 nm gemeten. De gemeten extinctie is de som van de extincties, veroorzaakt door HCr04- (aq) en Cr2072-(aq). Met behulp van de gemeten extinctie kan men de waarde van K uitrekenen. Voor deze berekening heeft men de waarden van de molaire extinctiecoëfficiënten (E) van Cr2O72-(aq) en HCr04- (aq) bij 370 nm nodig.
Voor Cr2072-(aq) is ε = 7,27 · 102 I mol-1 cm-1 en
voor HCr04- (aq) is ε = 4,81 · 103 I mol-1 cm-1.

De extinctie van oplossing A werd gemeten in een cuvet. De afmetingen van deze cuvet waren zodanig dat het licht een weg van 1,00 cm door de oplossing aflegt. Bij 370 nm bedroeg de gemeten extinctie van oplossing A 1,228. De spectrofotometer was zodanig ingesteld dat de extinctie bij 370 nm van gedestilleerd water, gemeten in dezelfde cuvet, 0,000 was. Men mag dan aannemen dat de extinctie van oplossing A uitsluitend door het Cr2O72-(aq) en het HCr04- (aq) wordt veroorzaakt.

Bereken de waarde van K die uit dit experiment volgt.