Background image

terug

Vraag 14

Als gevolg van de stroomlevering veranderen de potentialen van de elektroden in de ruimten A en B. De potentiaal VA van de elektrode in ruimte A, gemeten ten opzichte van de standaardwaterstofelektrode, hangt bij 298 K als volgt af van de concentraties in ruimte A:

V A = V A O + 0,059 log VO 2 + VO 2 + 2 VO 2 +

VA° is gelijk aan + 1,00 volt.
De potentiaal VB van de elektrode in ruimte B, gemeten ten opzichte van de standaardwaterstofelektrode, hangt af van de concentratie van V2+ en V3+ in ruimte B; VB° is gelijk aan -0,26 volt.
Men heeft een nog ongebruikte vanadiumcel waarvan de vloeistofvolumes in de ruimten A en B even groot zijn. De concentraties van VO2+ en V2+ zijn aan elkaar gelijk. Men mag aannemen dat in de ongebruikte cel nog geen VO2+ en V3+ aanwezig zijn. Men laat deze cel enige tijd stroom leveren. Als men de stroomlevering heeft gestopt, blijkt dat 25% van het VO2+ is omgezet en dat [H+] in ruimte A 1,0 mol l-1 is.

Bereken de bronspanning van de cel op dat moment.