Een oplossing van een ijzer(II)zout kan worden getitreerd met een oplossing van een
cerium(IV)zout. De vergelijking van de daarbij optredende reactie is:
Fe2+ + Ce4+ →← Fe3+ + Ce3+
Dit is een evenwichtsreactie.Het evenwicht ligt uiterst rechts.
Bij deze titratie verandert de potentiaal in het titratievat. Onder de potentiaal in het
titratievat wordt in deze opgave verstaan de potentiaal van een in de oplossing geplaatste
platina-elektrode, gemeten ten opzichte van de standaardwaterstofelektrode.
De verandering van de potentiaal kan tijdens de titratie worden gevolgd. Omdat in de
praktijk de standaardwaterstofelektrode niet erg bruikbaar is, wordt bij zo’n titratie
meestal gebruik gemaakt van een andere referentie-elektrode, bijvoorbeeld een
koperelektrode geplaatst in een 1,0 M kopersulfaatoplossing. Een opstelling die men bij
zo’n titratie zou kunnen gebruiken is de volgende:
Gebruikt men deze opstelling, dan is bij iedere meting van het potentiaalverschil tijdens de
titratie de platina-elektrode positief ten opzichte van de koperelektrode.
Bereken de potentiaal (in volt, bij 298 K) in het titratievat als het gemeten
potentiaalverschil 0,85 V bedraagt.