Background image

terug

Vraag 4

Omdat het Karlfischerreagens niet stabiel is, wordt de molariteit van het reagens niet op de fles vermeld. De bepaling van het watergehalte in een mengsel met behulp van het Karlfischerreagens wordt zodanig uitgevoerd dat bij de berekening de molariteit van het reagens niet bekend hoeft te zijn. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een zogenoemde ijkoplossing.Deze ijkoplossing, een mengsel van water en methanol, heeft een bekend watergehalte.
Het Karlfischerreagens wordt, in combinatie met een ijkoplossing, toegepast bij de bepaling van het watergehalte in meel. Zo’n bepaling gaat als volgt.

Een afgewogen hoeveelheid meel wordt gedurende enige tijd geschud met watervrije methanol. Het water in het meel lost op in de methanol. Het ontstane extract wordt getitreerd met het Karlfischerreagens.Direct daarna wordt een afgemeten hoeveelheid van de ijkoplossing getitreerd met hetzelfde Karlfischerreagens.
Bij de uitvoering van bovengenoemde bepaling aan een bepaalde meelsoort werden de volgende gegevens verkregen:

  • de afgewogen hoeveelheid meel: 4,72 gram;
  • nodig voor de titratie van het extract: 30,5 ml Karlfischerreagens;
  • watergehalte van de ijkoplossing: 15,0 gram per liter;
  • nodig voor de titratie van 10,0 ml van de ijkoplossing: 33,2 ml Karlfischerreagens.
Bereken het massapercentage water in het onderzochte meel.