terug
Vraag 18
De leerling vindt in de schoolbibliotheek te weinig gegevens om antwoord te kunnen
geven op de vraag welk van de evenwichten 1 en 2 het meest rechts ligt. Hij besluit daarom
een onderzoek te doen.
De leerling voert het onderzoek als volgt uit.
- Hij doet in twee erlenmeyers gelijke hoeveelheden van het zeoliet.
- Hij voegt aan het zeoliet in de ene erlenmeyer 25,0 ml 0,100 M calciumchloride-oplossing
toe.
- Hij voegt aan het zeoliet in de andere erlenmeyer 25,0 ml 0,100 M magnesiumchlorideoplossing
toe.
- Hij schudt de beide erlenmeyers goed.
- Hij filtreert de beide mengsels en vangt de filtraten afzonderlijk op.
- Hij titreert elk van de filtraten. Hij gebruikt daarvoor een oplossing van een bepaald
natriumzout.
Bij de titraties reageren de negatieve ionen van dit natriumzout met deeltjes uit de beide
filtraten.Van deze deeltjes worden op deze manier de concentraties bepaald.
De reden dat de leerling filtreert, heeft niets te maken met het goed of slecht kunnen
waarnemen van het eindpunt van de titraties.Als de leerling niet zou hebben gefiltreerd,
zou hij verkeerde titratie-uitkomsten hebben verkregen.
Geef de formules van de deeltjes waarvan de leerling bij de titraties de concentraties
bepaalt.