Methanol en koolstofmonooxide kunnen ook met andere koolwaterstoffen dan 2-butyn
additiereacties geven. Onder bepaalde omstandigheden kunnen daarbij
(additie)polymeren gevormd worden.
Bij een reactie tussen methanol, koolstofmonooxide en twee koolwaterstoffen X en Y
ontstaat in aanwezigheid van een geschikte katalysator een additiepolymeer.Dit polymeer
kan met de formule CH3O(C10H14O2)n H worden weergegeven. Hieronder is een deel van
de structuurformule van dit additiepolymeer gegeven:
Geef de structuurformules van de koolwaterstoffen X en Y die voor het maken van dit
additiepolymeer zijn gebruikt.