PET dat in frisdrankflessen zit, wordt wel ’flessen-PET’ genoemd en PET dat in kleding is
verwerkt, noemt men wel ’kleding-PET’. In beide soorten PET zijn bij de bereiding de
moleculen 1,4-benzeendicarbonzuur en 1,2-ethaandiol om en om aan elkaar gekoppeld. In
beide soorten PET moleculen komen zo weinig COOH (eind)groepen voor dat hun aantal
verwaarloosd mag worden ten opzichte van het aantal C2H4OH (eind)groepen. De
moleculen van ’flessen-PET’ zijn gemiddeld aanzienlijk langer dan de moleculen van
’kleding-PET’.
Leg aan de hand van bovenstaande gegevens uit of het aantal mol 1,2-ethaandiol dat per
mol 1,4-benzeendicarbonzuur verbruikt wordt bij de bereiding van ’flessen-PET’ groter is
dan, kleiner is dan of gelijk is aan het aantal mol 1,2-ethaandiol dat per mol
1,4-benzeendicarbonzuur verbruikt wordt bij de bereiding van ’kleding-PET’.