Proces 2
Bij dit proces om PVC te verwerken, wordt het gevormde HCl opgelost in water. Het
gevormde zoutzuur wordt vervolgens geëlektrolyseerd. In dit continue proces worden drie
ruimtes gebruikt: een verbrandingsruimte V, een zogenoemde absorptietoren A en een
elektrolyseruimte E. In het vervolg van deze opgave wordt ervan uitgegaan dat in de
elektrolyseruimte alle opgeloste waterstofchloride wordt omgezet.
PVC wordt in de verbrandingsruimte verbrand met ingeblazen lucht. De niet verbrande,
verkoolde, vaste bestanddelen (slakken) worden afgevoerd. De gasvormige producten en de
afgewerkte lucht worden naar de absorptietoren gevoerd.
Het hete gasmengsel uit de reactieruimte wordt onder in de absorptietoren geleid. Van
boven stroomt koud water als een douche naar beneden. Het waterstofchloride lost op in het
water. Daarbij ontstaat zoutzuur. Dit zoutzuur wordt naar de elektrolyseruimte gevoerd.
Door de hoge temperatuur van het gasmengsel verdampt er wat water. Dit wordt samen met
de koolstofdioxide en de afgewerkte lucht aan de bovenkant van de absorptietoren
afgevoerd.
In de elektrolyseruimte ontstaat aan de negatieve elektrode waterstof en aan de positieve
elektrode chloor:
2 H+ + 2 e- → H2
2 Cl- → Cl2 + 2 e-
Waterstof en chloor worden gescheiden van elkaar uit de elektrolyseruimte afgevoerd.
Uit de elektrolyseruimte wordt water teruggevoerd naar de absorptietoren.
Dit continue proces kan worden weergegeven met een blokschema. Hieronder zijn twee
blokschema’s getekend die proces 2 zouden kunnen weergeven.
Leg voor elk van beide blokschema’s uit of dit een juiste weergave van het proces kan zijn.