In Twente zit in de bodem een laag steenzout die hoofdzakelijk uit natriumchloride bestaat.
De winning van het steenzout en de verwerking tot zuiver natriumchloride is een complex
proces.
De eerste stap in dit proces is extractie. Een buis wordt tot in het steenzout neergelaten.
In deze buis wordt een smallere buis neergelaten, die dieper in de steenzoutlaag reikt.
Door de ruimte tussen de beide buizen wordt water naar beneden gevoerd, waarin de
oplosbare bestanddelen van het steenzout oplossen. De gevormde oplossing, die ruwe pekel
wordt genoemd, gaat door de druk van het water via de binnenbuis omhoog. Bovengronds
wordt deze ruwe pekel in een continu proces verder verwerkt tot zuiver natriumchloride.
Het bovengrondse verwerkingsproces kan in een blokschema worden weergegeven. In dit
blokschema komen drie blokken (aangeduid met ruimte 1, ruimte 2 en ruimte 3) voor.
Hieronder is dit blokschema onvolledig afgebeeld. Vrijwel alle stofstromen ontbreken.
Ruwe pekel bestaat uit water, natriumchloride en geringe hoeveelheden van diverse
ionsoorten, zoals magnesiumionen (240 g m-3) en sulfaationen.
In ruimte 1 wordt aan de ruwe pekel calciumoxide toegevoegd. Vrijwel alle magnesiumionen
slaan als magnesiumhydroxide neer. De pH van het mengsel is dan 11,1 en de
temperatuur van het mengsel is 30 °C.
Laat door berekening zien dat in ruimte 1 minder dan 1% van de magnesiumionen die in
ruwe pekel voorkomen, opgelost blijft. De waarde van het oplosbaarheidsproduct van
magnesiumhydroxide bij de omstandigheden in ruimte 1 is 9,0·10-11 en pKw = 13,83.