Background image

terug

Vraag 20

In de praktijk blijkt het meten van de pH van de oplossing niet voldoende nauwkeurig te zijn om vast te stellen of in de oplossing die de reactor verlaat sprake is van de gewenste molverhouding.
Er wordt een andere manier gebruikt om de molverhouding HPO42- : H2PO4- nauwkeurig te bepalen.
Die andere manier is de bepaling van het zogenoemde NaP getal. Het NaP getal van een oplossing is de verhouding tussen het aantal natriumionen in die oplossing en het aantal fosforatomen (gebonden in de negatieve ionen) in die oplossing.Ter verduidelijking een voorbeeld: het NaP getal van een oplossing van natriumfosfaat (Na3PO4) is dus 3-1 = 3. Om vast te stellen of de oplossing van Na2PO4 en NaH2PO44 die de reactor verlaat, de juiste samenstelling heeft, kan men twee achtereenvolgende titraties uitvoeren. De eindpunten van beide titraties worden bepaald met behulp van een pH-meter.
Eerst wordt de oplossing van Na2PO4 en NaH2PO4 getitreerd met zoutzuur. Daarbij treedt uitsluitend de volgende reactie op:

HPO42- + H3O+ → H2PO4- + H2O

De oplossing die bij het eindpunt van deze titratie is ontstaan, wordt vervolgens getitreerd met natronloog. Daarbij treedt uitsluitend de volgende reactie op:

H2PO4- + OH- → HPO42- + H2O

Bij zo’n bepaling bleek voor de eerste titratie 0,90 mmol H3O+ en voor de tweede titratie 1,50 mmol OH- nodig te zijn. Uit deze titratiegegevens kan het NaP getal van de onderzochte oplossing berekend worden. Uit die berekening volgt dat de molverhouding HPO42- : H2PO4- in de onderzochte oplossing niet gelijk is aan 2,0 : 1,0.

Leid van een oplossing waarin de molverhouding HPO42- : H2PO4- wèl gelijk is aan 2,0 : 1,0, het NaP getal, in twee significante cijfers, af.