Als er aanwijzingen zijn dat methanal en/of 1,2-ethaandiol in de ruimte tot
hydroxyethanal kan/kunnen reageren, betekent dit nog niet dat
hydroxyethanal daar tot ribose kan reageren.
Onderzoekers uit de VS hebben onderzocht of formosereacties waarin
hydroxyethanal uiteindelijk leidt tot de vorming van ribose, mogelijk zijn in
de aanwezigheid van boorverbindingen die in ruimtestof zouden kunnen
voorkomen. Ze brachten hydroxyethanal en een reactieproduct van de
tweede formosereactie samen met een boorverbinding. Van het mengsel
dat ontstond maakten zij een massaspectrum, waarbij de apparatuur
zodanig was ingesteld dat uitsluitend negatieve ionen werden gemeten.
Dit massaspectrum is in de bijlage bij dit examen weergegeven.
De onderzoekers leidden uit het massaspectrum af
dat er een pentose-boor verbinding was ontstaan.
Zij vonden namelijk pieken die zij toekenden aan
het hiernaast weergegeven negatieve ion: de molecuulionpieken met m/z = 306
en m/z = 307. Ook de relatieve intensiteit van deze
pieken is in overeenstemming met dit ion.
Leg uit dat aanwezigheid van de pieken met m/z = 306 en m/z = 307 én de
relatieve intensiteit van deze pieken in overeenstemming zijn met het
weergegeven ion.
Maak hierbij gebruik van Binas-tabel 25 en houd voor C, H en O alleen
rekening met de meest voorkomende isotopen.