Background image

terug

Vraag 27

In een laboratorium werden de zoutconcentraties van het Searlesmeer zo exact mogelijk nagebootst. Hiervoor werd een oplossing gemaakt die onder andere 3,1 M NaCl, 0,25 M Na2CO3 en 0,060 M NaHCO3 bevatte.
De pH van de oplossing werd hierna met zoutzuur op 9,80 gebracht.
Aan deze oplossing werden de bacteriën, de arseenverbindingen en lactaat (C3H5O3) toegevoegd. De onderzoekers bepaalden op verschillende tijdstippen de concentraties van het lactaat, ethanoaat, arsenaat en arseniet. Ook werd het aantal bacteriën per mL van deze oplossing bepaald. De resultaten zijn weergegeven in figuur 1. Op de linker y-as staat de concentratie van de onderzochte deeltjes uitgezet; op de rechter y-as het aantal bacteriën per mL oplossing.



Uit figuur 1 is af te leiden dat de reactiesnelheid waarmee monowaterstofarsenaat en lactaat worden omgezet tot ethanoaat en diwaterstofarseniet, gedurende de eerste 10 dagen laag was. Na verloop van tijd nam de snelheid toe en tegen het eind van het experiment nam de snelheid weer af. De temperatuur werd bij dit experiment constant gehouden.

Geef een mogelijke verklaring voor het verloop van de reactiesnelheid.
Noteer je antwoord als volgt:

  • De reactiesnelheid nam toe omdat ....
  • Aan het eind nam de reactiesnelheid af omdat ....