Completeer het blokschema op de uitwerkbijlage door de ontbrekende
stofstromen zo in het blokschema te tekenen dat het schema het proces
na de opstartfase weergeeft. Vermeld bij die zelfgetekende stofstromen
de naam (namen) van de stof(fen) die daarbij hoort (horen) of een
omschrijving van de stofstroom.
Laat in het schema ook zien of de stof(fen) onderin of bovenin de reactor
wordt (worden) ingevoerd.
Om een idee te krijgen hoeveel zwavelzuur moet worden aangeschaft,
kan in een laboratorium een stikstofbepaling aan de vloeibare mest
worden gedaan.
Bij zo’n bepaling wordt eerst alle stikstof in de vloeibare mest omgezet tot
ammoniak. Daarna leidt men de ammoniak in een kleine overmaat zuur.
Vervolgens wordt een basische oplossing van een reagens toegevoegd.
Daarbij treedt een reactie op waarvan de vergelijking hieronder onvolledig
is weergegeven; alleen de coëfficiënten ontbreken.
HgI42- + OH–+ NH4
+
Hg2ONH2I + H2O + I-