De samenstelling van het nitreerzuur wordt regelmatig gecontroleerd. Daartoe
wordt een thermometrische titratie gebruikt.
Tijdens zo’n bepaling wordt 2,00 mL nitreerzuur verdund tot 20,0 mL. Uit deze
oplossing wordt 2,00 mL gepipetteerd in een titreervaatje waarin een
temperatuursensor is aangebracht. Er wordt getitreerd met een oplossing van
1,00 M bariumchoride. Alle H2SO4, HSO4− en SO42− worden omgezet tot BaSO4.
Tijdens de bepaling wordt continu de temperatuur gemeten. Het diagram waarin
de gemeten temperatuur is uitgezet tegen het toegevoegde volume
bariumchloride-oplossing staat hieronder:
De inhoud van het titreervaatje wordt nog een keer getitreerd, nu met
0,85 M natronloog. Alle gebonden en vrije H+ ionen reageren met de OH– ionen
tot watermoleculen. Ook hier wordt continu de temperatuur gemeten. Resultaat:
Bereken zowel de molariteit van het zwavelzuur als van het salpeterzuur in het
onderzochte nitreerzuur.