Background image

terug

Vraag 7

Bij een bepaalde plant zijn de kroonbladeren rood en breed. Deze plant wordt gekruist met een plant met witte en smalle kroonbladeren. Hieruit ontstaan talrijke nakomelingen (de F1). Al deze nakomelingen hebben rode en smalle kroonbladeren. Twee individuen uit de F1 worden gekruist. Hieruit ontstaat een F2 die eveneens talrijk is. In de F2 komen drie fenotypen voor. De helft van de individuen uit de F2 heeft hetzelfde fenotype als de planten in de F1.

Van welk percentage van de F2 is op grond van deze gegevens het genotype bekend?