Op grond van de gegevens in de bijlage "Frequentie van aanvzallen" worden de volgende
beweringen gedaan:
1 hoe groter het percentage uitgevoerde aanvallen des te
minder eieren worden opgegeten,
2 als er weinig aanvallen worden uitgevoerd, kan elke
kraai buiten de kolonie een kippenei veroveren,
3 op de grens van de kolonie neemt 60% van de meeuwen deel
aan de aanvallen,
4 de kans dat een kraai in het centrum van de kolonie
doordringt, is 40%.
Welke van deze beweringen is juist?