terug
Vraag 30
In de jaren tachtig was men op zoek naar een vaccin waardoor
bescherming tegen een infectie met HIV zou worden verkregen. Een
werkzaam vaccin zou onder andere moeten voldoen aan de volgende
voorwaarden:
- het moet de productie van voldoende hoeveelheden antistoffen
opwekken, zodat HIV zich niet blijft vermeerderen,
- het moet de anti-HIV-respons van cytotoxische T-cellen
verbeteren.
Aanvankelijk heeft men vooral getracht om een vaccin te maken uit
bepaalde delen van het virus.
Enkele delen van het HIV zijn: fosfolipiden uit de virale envelop,
glycoproteïnen uit de virale envelop, RNA.
Welk van deze delen zal zijn gebruikt bij het produceren van de
eerste proefvaccins?