De kransslagaders voorzien de hartspier van bloed. De vertakkingen
van deze slagaders liggen in de hartspier. De stroomsnelheid van
het bloed in de kransslagaders wordt gemeten tijdens het
samentrekken en tijdens het ontspannen van de hartkamers.
Is de bloedstroomsnelheid in de vertakkingen van de kransslagaders
tijdens het samentrekken van de kamers lager dan, gelijk aan of
hoger dan tijdens het ontspannen van de kamers?