In Engeland is waargenomen dat in de buurt van de nucleaire opwerkingsfabriek in
Sellafield een hogere frequentie aan bloedkanker voorkomt dan elders in het land. Over
de oorzaak daarvan lopen de meningen uiteen.
Volgens een Engelse epidemioloog (I) hebben kinderen van vaders die gedurende jaren in
deze nucleaire opwerkingsfabriek werkten, meer kans op het krijgen van bepaalde vormen
van bloedkanker, zoals leukemie, dan kinderen van vaders die elders werkten.
Volgens een andere Engelse onderzoeker (0) moet men andere oorzaken zoeken voor de
hoge frequentie van bloedkanker in de buurt van Sellafield, omdat vaders die in deze
nucleaire opwerkingsfabriek werkten, hoogstens aan een zeer lage dosis radioactieve
straling kunnen zijn blootgesteld. Dergelijke lage doses kunnen volgens 0 geen
bloedkanker bij de nakomelingen veroorzaken.
De volgende feiten en meningen worden in de discussie tussen 1 en 0 gebruikt:
1 De helft van de kinderen in de buurt van Sellafield lijdt aan acute lymfocyten-leukemie.
2 Bij acute lymfocyten-leukemie vindt men wel chromosoomafwijkingen in de
kankercellen, maar niet in de gezonde lichaamscellen.
3 Onderzoeker 0 had alleen de beschikking over gegevens van personen die een hoge
dosis radioactieve straling gedurende korte tijd hadden ontvangen.
4 De vorm van lymfocyten-leukemie waaraan kinderen in de buurt van Sellafield lijden,
kan ontstaan door een virale besmetting.
5 Het (drink)water rondom Sellafield kan besmet zijn met radioactieve stoffen.
Leg uit dat één van deze feiten of meningen een zwakte aangeeft in het betoog van onderzoeker 0. Noem dit feit of deze mening.