Background image

terug

Vraag 41

In het geëutrofieerde zoetwaterecosysteem van de Loosdrechtse Plassen komen andere soorten fytoplankton en zoöplankton voor dan in voedselarme zoetwaterecosystemen. In het fytoplankton worden groenwieren verdrongen door blauwwieren, die niet of nauwelijks eetbaar zijn. In het zoöplankton neemt vooral het aantal watervlooien af en daarvoor in de plaats komen kleinere soorten zoöplankton. In tabel 5 zijn de gemiddelde concentraties gegeven van zoöplankton en seston (= fytoplankton, bacteriën, detritus, opgewerveld veen) in 1955 en 1986.

Tabel 5:   1955 1986
zoöplankton (> 150 µm), mg 1-1 drooggewicht 0,15 0,6
seston (> 150 µm), mg 1-1 drooggewicht 0,5 29
Twee leerlingen formuleren een bewering naar aanleiding van bovenstaande gegevens.
Leerling 1 zegt: "De totale hoeveelheid zoöplankton stijgt, doordat het aandeel van het fytoplankton in het seston toeneemt".
Leerling 2 zegt: "De totale hoeveelheid zoöplankton stijgt naar verhouding minder dan de totale hoeveelheid seston, doordat het seston een lagere voedselkwaliteit krijgt".

Welke van deze leerlingen heeft of welke hebben een juiste bewering gedaan?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: In sloot en plas