Background image

terug

Vraag 29

Een groep konijnen neemt in het voedsel een hoeveelheid E Joules aan energie op. Vervolgens wordt energie verbruikt voor beweging (El) en afgegeven in de vorm van warmte (E2). Ook komt een deel van de opgenomen energie ter beschikking aan het volgende trofische niveau (E3).
Drie leerlingen vragen zich af of met E1, E2 en E3 alle vormen van energie op dit trofische niveau zijn weergegeven. Vervolgens stellen zij met deze gegevens een vergelijking op voor de relatie tussen deze vormen van energie (E en E1, E2 en E3). Zij formuleren de volgende antwoorden en vergelijkingen:
Leerling 1 zegt: "Niet alle energievormen op dit trofische niveau zijn weergegeven. dus moet de vergelijking zijn: E > E1 + E2 + E3" .
Leerling 2 zegt: "Alle energievormen op dit trofische niveau zijn weergegeven, dus moet de vergelijking zijn: E = E1 + E2 + E3" .
Leerling 3 zegt: "Niet alle energievormen op dit trofische niveau zijn weergegeven, dus
moet de vergelijking zijn: E < E1 + E2 + E3".

Welke van deze leerlingen heeft een juiste vergelijking opgesteld?