Het longvolume van een rustig ademende persoon wordt gedurende enige tijd gemeten.
De resultaten van deze metingen zijn uitgezet in het diagram. Bij de
adembewegingen trekken de middenrifspieren en bepaalde tussenribspieren zich samen.
De tijdstippen P en Q worden met elkaar vergeleken ten aanzien van de volgende aspecten:
Geef van elk van deze aspecten aan hoe de situatie op tijdstip P is in vergelijking met de situatie op tijdstip Q. Gebruik bij de aspecten 1 en 2 de begrippen "lager", "gelijk" of"hoger", bij de aspecten 3 en 4 de begrippen "gespannen" of "ontspannen".