Een leerlinge doet een onderzoek naar osmoseverschijnselen bij plantencellen. Zij
gebruikt hiervoor een aantal verse rode bieten. Zij schilt de bieten, holt ze uit en
spoelt ze goed af. Met deze uitgeholde bieten doet zij haar onderzoek. Daarbij kan zij
gebruikmaken van een weegschaal, een gasbrander, bekerglazen, bakjes, water en suiker.
Haar onderzoek duurt vier uur. Uit de resultaten van haar onderzoek concludeert zij dat
alleen bij intacte celmembranen osmoseverschijnselen waar te nemen zijn.
Geef je antwoord op de bijlage. Geef de hypothese voor het onderzoek. Beschrijf de
werkwijze, zoals deze leerlinge die kan hebben gevolgd.
Vul de tekeningen van de bieten aan, zodat de beginsituatie van het
onderzoek en de situatie na vier uur zijn weergegeven.