Background image

terug

Vraag 3



In een experiment wordt bij een plant de opname van CO2 bij verschillende verlichtingssterkten gemeten. De resultaten van deze metingen zijn in het diagram van de afbeelding weergegeven. De plant staat in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid en heeft de beschikking over voldoende water.



Aangenomen wordt dat de intensiteit van de dissimilatie bij dit experiment niet door de verlichtingssterkte wordt beïnvloed.
Naar aanleiding van de resultaten worden de volgende beweringen gedaan:

  1. bij verlichtingssterkte P is per tijdseenheid de diffusie van CO2 uit de cellen naar de intercellulaire ruimten groter dan die in de omgekeerde richting,
  2. bij verlichtingssterkte R zijn de huidmondjes van het blad gesloten,
  3. bij verlichtingssterkte R wordt per tijdseenheid meer ATP gevormd dan bij verlichtingssterkte P.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Planten