Background image

terug

Vraag 20

Een schema van bloedgroepantigenen en -antistoffen



TIjdens haar zwangerschap wordt van een vrouw P de bloedgroep bepaald. In het celmembraan van haar rode bloedcellen komen antigenen B voor en geen antigenen A. Na haar bevalling heeft zij een bloedtransfusie met een halve liter bloed nodig. Eerst wordt ter controle een zogenaamde kruisproef gedaan: rode bloedcellen van de donor worden gemengd met bloedserum van vrouw P. Als er klontering van de rode bloedcellen optreedt, is het donorbloed ongeschikt voor vrouw P.Alleen de bloedgroepen van het ABO-systeem worden in beschouwing genomen.

Leg van de bloedgroepen AB en O uit of vrouw P daarmee een bloedtransfusie kan krijgen en waardoor dat al dan niet mogelijk is.