In een andere maïspopulatie vinden we lange maïsplanten en dwergmaïsplanten. Dwergmaïs is homozygoot voor de stengellengte en heeft het genotype dd. De frequentie van het recessieve allel d is 0,2. De populatie is in (Hardy-Weinberg) evenwicht met betrekking tot dit gen. Twee willekeurige lange maïsplanten uit deze populatie worden gekruist.
Bereken de kans dat de eerste nakomeling die ontstaat uit deze kruising, een
dwergmaïsplant is.
Geef je antwoord in de vorm van een breuk.