Een onderzoeker bepaalt de totale hoeveelheid chlorofyl in een bepaald ecosysteem in
Nederland. Een aantal studenten doet een bewering over de grootheid waarover de
onderzoeker door bepaling van de hoeveelheid chlorofyl de meest directe informatie
krijgt.
Volgens student 1 kan de onderzoeker op grond van de gevonden hoeveelheid chlorofyl
bepalen of het een climax-ecosysteem is.
Volgens student 2 kan de onderzoeker op grond van de gevonden hoeveelheid chlorofyl
bepalen of het een pionier-ecosysteem is.
Volgens student 3 kan de onderzoeker op grond van de gevonden hoeveelheid chlorofyl
een schatting maken van de bruto primaire produktie die in het ecosysteem mogelijk is.
Volgens student 4 kan de onderzoeker op grond van de gevonden hoeveelheid chlorofyl
een schatting maken van de netto primaire produktie die in het ecosysteem mogelijk is.
Volgens student 5 kan de onderzoeker op grond van de gevonden hoeveelheid chlorofyl
een schatting maken van de biomassa van de reducenten in het ecosysteem.
Welke van deze student noemt de juiste grootheid?