Wanneer iemand veel water drinkt, neemt de hoeveelheid water in de levercellen toe. In
de lever bevinden zich receptoren die reageren op een verlaging van de concentratie van
opgeloste deeltjes in de lever. Deze receptoren staan in verbinding met de
neurosecretorische cellen in de hypothalamus waarin ADH wordt gevormd.
In een experiment drinkt een proefpersoon 1/2 liter gedestilleerd water.
Zal als gevolg van het drinken het aantal impulsen per tijdseenheid in neurosecretorische cel Q afnemen, gelijk blijven of toenemen?