Zwemmers
Er wordt een onderzoek gedaan naar de veranderingen van de lichaamstemperatuur van mensen in het water. Gedurende 60 minuten wordt de temperatuur gemeten van twee mannelijke vrijwilligers P en Q. Eén van hen is klein en dik,de ander is lang en dun. Beiden zijn even zwaar. Zij zijn slechts gekleed in een zwembroek en bevinden zich in water van 16°C. In situatie 1 liggen zij gedurende 60 minuten stil in het water. In situatie 2 zwemmen zij gedurende 60 minuten. Bij het zwemmen is het energieverbruik voor de zwembewegingen bij P en Q even groot. De diagrammen in de afbeelding tonen her resultaat van dit experiment.
Waardoor daalt tijdens het zwemmen de lichaamstemperatuur van P en die van Q niet?