Background image

terug

Vraag 10

Bloedvaten
In de rechter kamer van het hart van een proefpersoon heerst maximaal een druk van 2,7
kPa. In de borstkas van deze proefpersoon bevindt zich een bloedvat P waarin de
bloeddruk gemiddeld 14.6 kPa bedraagt. De bloedvaten R zijn vertakkingen van bloedvat p.
De pO2 van het bloedplasma in de bloedvaten R bedraagt ongeveer 13.3 kPa. Ongeveer
95% van de hemoglobine in het bloed in de bloedvaten R is met O2 verzadigd.

Over de bloedvaten R worden de volgende beweringen gedaan:

  1. deze bloedvaten zijn longadertjes
  2. deze bloedvaten zijn longslagadertjes
  3. deze bloedvaten zijn kransadertjes
  4. deze bloedvaten zijn vertakkingen van een slagader die onder andere de bronchiën van bloed voorziet.

Welke van deze beweringen is juist?