Twee bloeddonoren hebben bloedgroep A en zij zijn resus-negatief en KeIl-positief. Ze geven samen een liter bloed voor een bloedtransfusie.
Aan welke van de personen uit de tabel kan, op grond van de gegevens uit de tabel, deze liter bloed worden gegeven zonder dat enig risico van klontering met het bloed van de ontvanger bestaat?