Background image

terug

Vraag 22

Bloemkleur
Iemand onderzoekt de overerving van de bloemkleur bij erwtepianten. Hij beschikt over
een erwteplant P met rode bloemen en een erwteplant Q met roze bloemen. Hij bestuift
bloemen van P met stuifmeel van Q. Vervolgens ontstaan 50 zaden waaruit hij 39
erwtepianten opkweekt: 22 met rode en 17 met roze bloemen.
Om na te gaan of de planten met roze bloemen heterozygoot zijn voor bloemkleur, voert
hij de volgende bestuivingen uit met de nakomelingen van plant P.

Bestuiving 1: zelfbestuiving bij een plant met rode bloemen.
Bestuiving 2: zelfbestuiving bij een plant met roze bloemen.
Bestuiving 3: bestuiving van een plant met roze bloemen met stuifmeel van een plant met
rode bloemen.

Na elke bestuiving ontstaan vele zaden waaruit planten worden gekweekt die in bloei
komen.

Uit resultaten van welke van deze bestuivingen kan hij concluderen dat de planten met
roze bloemen heterozygoot zijn voor bloemkleur en welke resultaten zal hij dan hebben
verkregen?