De boneplant waaraan de boon uit de afbeelding is gegroeid, had voor twee verschillende
eigenschappen het genotype RrTt. De allelen R en t zijn gekoppeld. Er wordt van
uitgegaan dat geen mutatie en geen crossing-over is opgetreden.
In de kern van een cel in deel 1 blijken twee allelen R en twee allelen t voor te komen.
Naar aanleiding hiervan worden de volgende beweringen gedaan.
Kan één van deze beweringen juist zijn?
Zo ja, welke?