Neuronen
In een experiment wordt de impulsoverdracht bij een synaps bestudeerd. De synaps is
schematisch weergegeven in tekening 1 van de afbeelding. Neuron 1 wordt elektrisch
geprikkeld. De resultaten van deze prikkeling zijn weergegeven in de diagrammen P en Q
van tekening 2. Diagram P toont het verloop van het potentiaalverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van neuron E; diagram Q toont dit van neuron H.
Op grond van de resultaten in de diagrammen P en Q worden de volgende conclusies
getrokken.
Welke van deze conclusies is of welke zijn juist?