Met dezelfde persoon worden op de leeftijden P, Q en R experimenten uitgevoerd. Bij de
experimenten is de persoon ongekleed en verkeert hij in rust. De omgevingstemperatuur
is steeds 25 °C en de luchtvochtigheid is steeds gelijk.
Tijdens de experimenten wordt bepaald hoeveel zuurstof de persoon per minuut
verbruikt. De hoeveelheid verbruikte zuurstof wordt uitgedrukt in ml O2 per minuut per
kilogram lichaamsgewicht.
Op welke van de genoemde leeftijden verbruikt deze persoon de meeste zuurstof per minuut per kilogram lichaamsgewicht?