Twee beweringen over een volgroeid rood bloedlichaampje zijn:
1 in een rood bloedlichaampje zijn in de loop van deze 120 dagen steeds kleinere
hoeveelheden enzymen werkzaam,
2 een rood bloedlichaampje kan in deze 120 dagen geen dissimilatieprodukten afgeven.
Welke van deze beweringen is juist?