De ouders van de tweeling kunnen normaal kleuren zien. Het allel voor normaal kleuren zien is dominant over dat voor rood-groen kleurenblindheid. Deze allelen zijn X-chromosomaal. In de celkernen van de cellen van orgaan R (zie de afbeelding) komt het allel voor kleurenblindheid voor.
In welk of in welke van de organen P, Qen S bevatten de cellen zeker het allel voor kleurenblindheid?