Oedeemvorming
Bij een patiënt treedt door ophoping van vocht tussen de cellen zwelling van weefsels op
(oedeemvorming). Deze oedeemvorming is het gevolg van een afwijking in de wand van
de haarvaten in de nierkapseltjes.
De concentraties van eiwitten, glucose en ureum in de voorurine van deze patiënt worden
bepaald.
Voor welke van deze stoffen geldt dat een verhoogde concentratie in de voorurine leidt tot het ontstaan van oedeem?