Background image

terug

Vraag 23

Een boneras
Bij een bepaald boneras komen bonen voor met een bruine zaadhuid en bonen met een witte zaadhuid. Het is bekend dat het genotype van de zaadhuid gelijk is aan het genotype van de moederplant. De kleur van de zaadhuid wordt bepaald door twee allelen: het allel voor bruine kleur is dominant over dat voor witte kleur.
Een ander allelenpaar bepaalt de kleur van de zaadlobben. Het allel voor gele zaadlobben is dominant over dat voor groene zaadlobben.
Bij een boneplant van dit ras, die heterozygoot is voor de genoemde eigenschappen, vindt zelfbestuiving plaats. Er ontstaat een groot aantal zaden (bonen).

Welke verschillende fenotypen hebben deze bonen en in welke verhouding zijn deze fenotypen aanwezig?